“Anne-Lies, ik heb je podcast geluisterd met dat bizarre verhaal van jou op Bali. Die ziekenhuisopname voor dengue, knokkelkoorts – precies op de die stilte dag, Nyepi. Wat een verhaal. Maar je vertelde daar ook iets over kleurpsychologie en dat het jou zo hielp. Maar… hoe dan? Kun je me uitleggen hoe dat werkt?” Die vraag kreeg ik van Atty. En terecht. Want hoe dan? Ik neem je mee.
De Balinese dag van absolute stilte
Het is eind maart op Bali, tijdens Nyepi. Nyepi is de Balinese dag van absolute stilte, waarop het hele eiland tot stilstand komt — niet om niets te doen, maar om de goden te eren, het duister te laten vertrekken en het nieuwe jaar te beginnen in diepe zuiverheid. De stiltedag waarop werkelijk niets beweegt. De winkels zijn dicht. Het vliegveld is gesloten. En zelfs het licht blijft zoveel mogelijk uit. Ja, er wordt ook gecontroleerd. En ik wilde daar zo graag bij zijn dit jaar. De vorige keren lukte het steeds net niet. Maar nu voelde ik: ik wil daar gewoon zijn. Ik wil dat ervaren, dat grote niets. De leegte. De stilte. En het ritueel dat ze eromheen bouwen.
Alleen aan de andere kant van de wereld
Wat ik niet wist, is dat het mijn donkerste dag zou worden. Letterlijk. Want daar lag ik, met dengue. Alleen aan de andere kant van de wereld in een Balinees ziekenhuis. Knokkelkoorts noemen ze het ook wel, het had me totaal geveld. Ik moest opgenomen worden, afgesloten van alles. Maar ook – en dat was misschien nog wel het ergste – afgesloten van mezelf. Dat voelt zo naar.
Wij hebben stil te zijn
Die avond ervoor kwam er een verpleegster aan mijn bed staan. Ze zei: “Ik ben de komende 48 uur bij jou, want ook wij mogen niet reizen. Wij mogen niet bewegen. Wij hebben stil te zijn. Natuurlijk mogen we in het ziekenhuis wel werken, maar dat is dan ook alles.”
Alsof de wereld z’n adem inhield
En toen begon het. De straatgeluiden, die normaal zelfs ’s nachts doorgaan, verdwenen. Geen scooters, geen stemmen en zelfs geen vogels. Alsof de wereld z’n adem inhield. Zelfs het licht was anders. Doffer. Alsof ook dat zich inhield en niet durfde te schijnen.
Mijn hoofd bonkte
In mijn kamer hing de geur van ontsmettingsmiddel en warme lakens. Mijn huid plakte, mijn hoofd bonkte, mijn lijf voelde zwaar en was zo hard aan het werk. Ik hoorde de ventilator traag ronken, maar verder… niets. En in dat niets wist ik ook oprecht niet wat ik met mezelf aan moest. Ik kon niet denken, maar ik voelde van alles, alleen ik kon er geen woorden aan geven. Er zat een centrifuge in mijn maag, een knoop die niet wilde oplossen. Alsof alles in mij rondcirkelde, zonder richting, zonder aanknopingspunt.
Donkergroen
Tot ik mezelf een vraag stelde. Niet uit een boekje. Maar uit mijn vak. Het vak waar ik zo van hou en waar ik al sinds 2006 mee bezig ben: kleurpsychologie. ‘Welke kleur heeft dit gevoel?’ vroeg ik mezelf. En deep, deep down kwam het antwoord: donkergroen. Niet spectaculair. Niet sexy. Maar diep. Stil. Rust. Ik snapte het meteen, want de psychologische betekenis van donkergroen is stilte, rust, zijn in het moment, vertragen, geen beweging, ademen.
Hoe dan?
Ik had zo doorgedraafd, zo de Nederlandse tijdzone en die van Bali geleefd. En ik was vergeten te luisteren! Het kwam keihard binnen in de oorverdovende stilte. Heel pijnlijk, maar doordat ik nu wist wat de betekenis was van dit verhaal — of in ieder geval van de onrust in mijn lijf — kon ik ontspannen in plaats van vechten. Mijn intuïtie riep donkergroen en mijn brein weet de vertaling. Dáár zit de ‘hoe dan’ in kleurpsychologie.
Jij hoeft niets
Die betekenis van donkergroen ís stilte. Rust. Zijn in het moment. Vertragen. Geen beweging. Ademen. Denk aan zo’n hele grote, dikke, oude boom. Zo eentje die nergens heen hoeft. Die niet meewaait met elk seizoen of elke wind. Die er gewoon is. In tegenstelling tot de lentegroene blaadjes, die altijd in beweging zijn, altijd op zoek naar het volgende. Donkergroen zegt: jij hoeft niets. En ik kon ook niets. Maar ik snapte: dit is de bedoeling. Vertragen. Stil zijn. Mij overgeven — letterlijk en figuurlijk — aan de rust.
Onbestemde gevoelens een bestemming geven
Dat moment veranderde alles. Maar dan ook werkelijk alles. Want door die kleine vertaling van gevoel naar kleur, naar de betekenis van die kleur, naar weten voor mezelf wat dit betekent, kon ik de vertaling maken en in de overgave gaan. Ik kon rustig worden. En nee, kleurpsychologie is niet iets dat ik alleen inzet op mijn donkerste dag. Ik gebruik het altijd. Elke keer als ik voel dat er iets speelt waar ik geen woorden voor heb. Onrust in mijn buik. Gedachten die rondcirkelen. Gevoelens zonder naam. Want soms zijn gevoelens gewoon onbestemd. Je kent dat wel. Ze cirkelen maar door in je lijf, hebben geen adres en geen geen bestemming. Ze blijven doorgaan in je lijf en in je hoofd, totdat jij er iets mee doet. En juist omdat we er geen taal voor hebben, lopen we er vaak voor weg. Voor die gevoelens. Maar — en dat weet je ook — ze komen weer terug. Again and again and again.
Kleur geven aan dat wat nog onzichtbaar is
Voor mij is dat waar kleurpsychologie het verschil maakt in mijn leven. De vertaling kunnen maken: wat is hier aan de hand? Kleur geven aan dat wat nog onzichtbaar is. Ik doe dat niet alleen bij mezelf, maar ook bij anderen. Het helpt om de laag eronder te raken. Woorden te geven aan het gevoel. Om zichtbaar te maken wat zich verstopt. Onder gedrag, onder patronen. Soms zelfs onder iemands talent of belemmerende overtuigingen.
Ik heb een oefening voor jou
Misschien herken je dat wel. Dat er iets knaagt of schuurt. Dat je niet goed weet waar die onrust vandaan komt. Dat je voelt: er klopt iets niet, maar je krijgt het niet te pakken. Dan nodig ik je uit om nu even stil te staan. Gewoon hier. In dit moment. Sluit je ogen. Adem een paar keer rustig in en uit, en stel jezelf de vraag: ‘Welke kleur past bij wat ik nu voel?’ Laat het eerste antwoord gewoon komen. Het hoeft niet logisch te zijn. Alles is goed. Vertrouw op je intuïtie.
Daar zit de kracht van kleurpsychologie
Elke kleur vertelt iets over hoe je je voelt. Soms gaat het over wat je nodig hebt. Soms over iets wat je tegenhoudt. Maar om echt te begrijpen wat een kleur je wil zeggen, moet je wel weten wat die kleur betekent. Daar zit de taal van kleur. Daar zit de kracht van kleurpsychologie. Het helpt je om woorden te vinden voor wat je vanbinnen voelt. Zodat je beter snapt wat er speelt. Wat je nodig hebt. En wat je te doen hebt.
Als je de taal van kleur leert begrijpen, wordt onrust richting.
En richting wordt vrijheid.
Voel jij een ja?
Misschien voel je, terwijl je dit leest, dat kleurpsychologie ook voor jou meer is dan een interesse. Iets in jou wordt wakker. Een verlangen. Een ja. Als verdieping, als manier van werken met anderen en als iets dat groter voelt dan jezelf. Meld je aan voor de opleiding Kleuren van Geluk.. Het pad van kleurpsychologie wijst je de weg.